Een nieuw leven
Ik ben 40 jaar oud en start een nieuw leven. Dank aan Israël, en dank aan Stichting Yad L’ Ami, die onze familie helpt. De afgelopen 7 jaar heb ik voor Radio Liberty gewerkt als producent van een mensenrechtenprogramma en op hun website. Daarvoor werkte ik bij de tv-zender DOzhd, waar ik live verslag deed van de Maidan-protesten in 2013, daarna werkte ik voor andere media, maar ze werden allemaal, één voor één vanwege de politieke situatie in Rusland, gesloten.
In de afgelopen twee jaar werd het in Rusland steeds gevaarlijker om in de oppositiemedia te werken, maar ik bleef in Moskou wonen en werken. Vooral omdat mijn man en ik in 2019 besloten dat we zouden proberen Aliyah te maken. Zowel mijn man als ik zijn Joodse kleinkinderen, dus het maken van Aliyah duurde iets langer dan wanneer je gewoon Joods bent. Maar we hadden geen haast, we wilden het op een verstandige manier doen, omdat we twee kinderen hebben, die nu 12 en 13 jaar oud zijn, en we wilden ons zachter afsnijden van het gesettelde leven, zodat de kinderen niet zouden protesteren tegen Israël of de Hebreeuwse taal. We hadden een klein, maar zeer comfortabel appartement in Moskou, de kinderen sliepen in één kamer en ons gezin paste nauwelijks in de keuken, maar het was ons huis en we vonden het geweldig.
Een jaar voor de oorlog verhuisde Radio Liberty het grootste deel van zijn personeel uit Rusland, ik bleef achter in Moskou, omdat de Russische dienst in Rusland bleef en iemand in Moskou moest werken; in dat jaar kregen bijna al mijn collega’s een politie-inval in hun huis, sommigen werden gevangengezet wegens spionage, sommigen kregen enorme boetes; werken in Rusland was al gevaarlijk. Op 23 februari voelde onze hond zich niet goed en gingen we naar de dierenkliniek en kregen te horen dat de hond dringend geopereerd moest worden. In de nacht van 23 op 24 februari, namen we de hond, slaperig en verbonden, mee naar huis. Diezelfde nacht begon Poetin een oorlog. Mijn man Misha was in shock, hij sliep de hele nacht niet en vroeg in de ochtend was het duidelijk dat we Rusland moesten verlaten. Maar we wisten niet waar we heen moesten. We waren dicht bij het maken van Aliyah, we hadden al goedkeuring van de consul en we wachtten op een nieuw paspoort om er een visum in te laten zetten. We belden het Israëlische consulaat, de Nativ, maar niemand nam de telefoon op. We bereikten de Sohnut (Joods Agentschap voor Israël), maar ze zeiden dat ze ons niet konden helpen, omdat we geen visum in ons paspoort hadden. Tickets naar Israël kostten $ 20.000 of meer, natuurlijk hadden we zo’n bedrag niet, dus besloten we om met de auto naar een plaats te gaan waar ze ons zonder visum zouden laten gaan. We kozen voor Georgië, Kazachstan was nog verder weg. De kinderen kwamen zoals gewoonlijk thuis van school en we vertelden hen dat we Rusland met spoed zouden verlaten. Onze kinderen wisten dat ze waarschijnlijk op een gegeven moment zouden moeten vluchten, maar geen van hen was klaar om school, vrienden, of schoolboeken in het midden van het jaar achter te laten, ze hadden geen keus, het moest. We namen warme kleren, beddengoed en een computer mee.
Het is 3.000 kilometer van Moskou naar Tbilisi op een moeilijk begaanbare en slechte weg met bergen. We hadden sneeuwval en een korte zonnige dag. We stonden 15 uur in de rij bij de Georgische grens, daarvoor hadden we al bijna drie dagen in de auto gereden en gewoond. De hond was net geopereerd en voelde zich niet goed, maar ik nam veel medicijnen mee en waste de hechtingen zelf, en bracht verband aan. Toen we Georgië binnenkwamen, waren we aan de ene kant opgelucht, maar aan de andere kant zaten we op een dood spoor. We waren in een land waar onze betaalkaarten niet werkten en we hadden alleen wat dollars in contanten. Toen viel er hevig sneeuw en was de weg 10 dagen afgesloten. Wij kwamen per ongeluk in de bergen terecht in een bescheiden en gezellig pension in het plaatsje Stepantsminda. De Georgische gastvrouw sprak Russisch en was erg aardig tegen ons.
We hadden 10 dagen om in Georgië een appartement en een school voor de kinderen te vinden. De mensen wilden geen Russisch spreken via de telefoon. Op sociale netwerken, toen ze zagen dat Russen op zoek waren naar een appartement, verhoogden ze de prijs twee of drie keer. De tijd begon te dringen en we huurden het appartement dat we kregen, niet het appartement dat we zouden hebben gekozen. Dit appartement kostte $ 1.500 en we moesten onze kasreserves gebruiken. De hele tijd dat we in Tbilisi waren, bleven we zoeken naar een mogelijkheid om onze Aliyah af te ronden, welke we in Moskou waren begonnen. In het begin werkte niets, we begonnen te wanhopen, onze kinderen gingen niet naar school, het was moeilijk om te werken, ze accepteerden onze betaalkaarten niet bij de banken en ze vertelden ons dat we onze auto met Russische kentekenplaten niet uit ons zicht moesten laten, omdat ze het misschien zouden vernietigen. Dankzij het feit dat ik, als professional, tijdens de pandemie verschillende liefdadigheidsmarathons heb verslagen voor het Joods Congres in Rusland, hebben mijn collega’s van het Joods Congres me geholpen om mijn aanvraagnummer te vinden in het Israëlische consulaat van Moskou. Dat was de enige manier om zaken in beweging te krijgen. Na een verblijf van vier maanden in Georgië, kregen we van de consul uit Bakoe onze visa.
Toen begon een ongelooflijk avontuur in ons nieuwe leven, waar we niets hadden, maar toch al alles hadden. Het begon allemaal met een internationale organisatie van Christenen en Joden die ons hielpen om kaartjes te kopen en onze spullen te verhuizen, door ons van de luchthaven Ben Gurion naar Jeruzalem te rijden. We logeerden bij de oma van mijn man, zij liet ons verblijven in haar kleine appartement in Pisgat Zeev. Binnen een maand hadden we bijna al het papierwerk gedaan en in orde. Onze kinderen gingen naar een pnimia (Internaat) en konden we op zoek naar een appartement. We besloten om in Jeruzalem te blijven, omdat we het een van de meest unieke plekken ter wereld vinden en we een kans hadden om hier te wonen en onze kinderen op te voeden. We vonden een appartement dat we leuk vonden en gebruikten het geld dat de staat Israël ons, als nieuwe immigranten, gaf.
We namen wat meubels van de voormalige huurders over, maar het appartement had geen fornuis, geen oven, geen koelkast, geen wasmachine. Een halve maand lang leefden we zonder koelkast, (Temp van 30/35 gr) omdat we geen geld hadden om er een te kopen. En op een dag ontmoette ik Ria, ik had over haar stichting Yad L’Ami gelezen op haar website en ik was verbaasd hoeveel 1 persoon kan doen. Ik had geen idee hoeveel. Ria kwam naar ons huis en luisterde geïnteresseerd naar ons verhaal, stelde vragen, was erg oplettend en weten jullie wat? Ria (St. Yad L’ Ami) hielp ons en kocht alles voor ons wat we nodig hadden voor een normaal leven. Een gasfornuis, een koelkast en een wasmachine! Ze zorgde ervoor dat de professionals alles installeerden en dat we het konden gebruiken.
Eerlijk gezegd, heb ik nooit kunnen denken, dat ik iemand zou zijn, die hulp nodig had. Dat is altijd zo angstig. Maar op de een of andere manier is het anders in Israël, en omdat ik in de eerste maanden van mijn leven mensen als Ria heb ontmoet met haar kleine, maar zeer behulpzame stichting en zo’n onschatbare hulp krijg, kan ik met vertrouwen zeggen, dat het niet eng is om opnieuw te beginnen. Ik ben 40 jaar oud en start een nieuw leven.
Dank aan Israël, en dank aan Stichting Yad L’ Ami, die onze familie helpt.